Van een flop recht naar de top

21 mei 2014 - Ubud, Indonesië

Na afscheid te hebben genomen van Danté bleven wij nog in Bangkok tot 23 april om ons working holiday visa van Australië inorde te brengen. Daarvoor moesten we naar een door de overheid van Australië erkend ziekenhuis gaan om een scan van de longen te laten nemen en een fysische proef te doen. De scan van de longen was nodig om te zien of we actieve tuberculose hadden aangezien we al zolang reizen, gelukkig was de scan negatief op tuberculose :). De tijd die we ondertussen doorbrachten in het ziekenhuis was eigenlijk heel leuk wat nogal vreemd in de oren klinkt waarschijnlijk. De reden daarvoor is dat het totaal niet op een ziekenhuis leek maar meer op een luxe hotel met overal marmer, een elektrisch bediende vleugelpiano die door de hallen weerklonk en een uitstekende service. We kregen zelfs een gebakje en koffie geserveerd aan een luxe sofa met een serieuze flatscreen ervoor in de zogenaamde wachtruimte om op de resultaten te wachten. Het leek echt op een lounge van een hotel of vliegveld, plezant en heel wat anders dan verwacht. Profiterend van de luxe lieten we ook Michelle haar oren nog eens nazien voor het duiken, maar hier konden ze na verschillende testen niets vaststellen enkel dat ze heel propere oren heeft :).
Op 23 april vlogen we van Bangkok naar Kuching op het eiland Borneo dat deel uitmaakt van Maleisië. We hadden ons een tropisch plaatje voorgesteld bij Borneo maar dat sloeg wel even tegen. De steden zijn niet echt gezellig of mooi en er is zoveel natuur omgekapt om palmolie plantages aan te leggen. De nationale parken zelf daarentegen zijn wel heel mooi, maar deze worden dan weer te hard uitgebuit.
Op 29 april vertrokken we na wat plannen en het bezoeken van een paar steden richting Mulu national park. In dit park kan je slechts op 1 comfortabele manier geraken en dat is door middel van een vlucht van 30 min. met een klein vliegtuig. Dit is de optie die wij zelf ook kozen aangezien de andere 2 opties; 12u in een 4x4 rijden over onverharde weg of verschillende boten nemen waar je op zen minst 6u over doet, daarbovenop kosten deze 2 opties evenveel of meer waarschijnlijk. De keuze was,dus snel gemaakt zou je kunnen zeggen.
Op 5min. van de vlieghaven en 5 min. van de park ingang vonden we een homestay waar we tot 7 mei verbleven, de dag van onze terugvlucht. Dat is dus een lange periode en zeker omdat we hoopten er zelf weer op uit te kunnen trekken in de jungel met een tent. Enkel mocht het in dit park niet zonder gids waar je dan nog eens veeel voor moest betalen. Dat hebben we dus van ons lijstje geschrapt en hebben we de dagen gevuld met andere activiteiten die minder kostte. Dit park staat bekend om zijn grottenstelsels en inwoners van de grotten, namelijk de vleermuizen en zwaluwen. Zo kan je iedere avond bij zonsondergang het spektakel gaan bezichtigen waarbij miljoenen vleermuizen uit de grot vliegen in verschillende formaties, best wel intressant en mooi om zo'n natuurspektakel te kunnen zien. Niet enkel mensen worden tot dit spektakel aangetrokken maar ook roofvogels genieten er mee van. Ze vliegen simpelweg recht in de zwerm vleermuizen om een prooi te kunnen strikken.
De zwaluwen vliegen op die moment terug in de grot richting hun nestjes die ze van hun eigen speeksel en andere zaken maken. Vreemd genoeg zijn die nestjes voor de Chinezen weer een delicatesse. Vroeger kwamen ze in dit park om de nestjes af te steken in de grotten en te verschepen naar China met als gevolg dat de zwaluwen bedreigd werden. Gelukkig hebben ze daar regels over gemaakt en mogen ze slechts een bepaalde periode en een bepaalde hoeveelheid nestjes afsteken zodat de zwaluwen de tijd hebben om terug voort te planten.
De grot waar al deze dieren in leven is niet enkel speciaal om die redenen maar tevens omdat het de grootste grot is ter wereld. Ik denk zelf ook dat het een ander rekord houd namelijk dat van het meeste guano (vleermuis uitwerpselen). Heel de grond van grot is bedekt in een superdikke laag die een zurig geurtje afgeeft die je al van ver ruikt.
Er zijn nog vele andere grotten die mooie zaken bieden zoals de 'showcaves'. Deze bevatten namelijk verschillende structuren die ze dan nog eens mooi belicht hebben om het effect ervan te versterken. Maar de plezantste grotten zijn toch diegene voor de 'adventure caving' waar je door middel van touwen over en af obstakels klauterd (met behulp van een gids natuurlijk). Zelf wouden we ineens een gevorderde caving doen maar dat werd niet toegelaten of je moest je bewijzen bij de gids in een gemakkelijkere grot. We schreven ons dus in om een simpelere grot te doen enkel en alleen om tot de gevorderde caving te raken, want volgens vele andere toeristen van de homestay stelt het eigenlijk niet veel voor die simpelere grotten. Ondanks de slechte commentaar van de andere toeristen was het al bij al nog plezant, zeker mee door het feit dat er een groep oudere aziaten mee deden die niet echt controle over bepaalde zaken hadden. Dat was dan ook wel te verwachten als er 1 van de mannen voor de vertrek vroeg of hij zijn wandelstok moest meenemen aan de gids die spontaan in lachen uitbrak. Al bij al was het een leuk klauterparcour en zagen we 3 slangen, namelijk racer snakes vanwaar de grot zijn naam te danken heeft. Na de caving kregen we van onze gids Ismael een duim en de goedkeuring om de advanced te mogen doen.
De dag erop kwamen we smorgens aan bij de recptie van het park en kregen we het nieuws te horen dat de Caving was afgelast omwille van vallende rotsen. Dit hadden onderzoekers vastgesteld die de grottenstelsels verder aan het verkennen waren. Hetgeen waar we dan echt naar uitkeken om te doen viel dus in de put. Natuurlijk gelukkig dat de rotsen niet naar beneden vielen als we onze adventure caving bezig waren, dat had erger kunnen aflopen.
In de plaats daarvan deden we nog 2 andere wandelingen door grotten waarvan er 1 echt wel leuk was. Klauteren over rotsen bedekt met guano, zwemmen door water in een grot en smiddags eten aan een iddyllisch plekje met 2 watervalletjes waar je van een rots in het water kon springen.
De andere dagen vulden we met kleine wandelingen op zoek naar dieren, maar het enige wat we vonden waren vele insecten en hagedissen.
Normaal zouden we op 7 mei vertrekken richting Kota Kinabalu waar we de hoogste berg in zuid-oost Azie zouden beklimmen, maar ook deze plek kreeg slechte kommentaar van toeristen die er al geweest waren. Het bleek geldklopperij en zeker niet mooier dan de bergen die je in de Alpen vind. Om deze reden hielden we het voor bekeken in Borneo en begon onze trip richting Indonesië.
3 vluchten in 2 dagen met lang wachten tussen de vluchten en proberen slapen op de vlieghaven. Voor Michelle was dat geen probleem maar ik kon niet zo gerust slapen op de vlieghaven met de veiligheid van Michelle en ons gerief in het achterhoofd. Het gevolg, 3u geslapen op 40u.
Eens aangekomen in de splinternieuwe internationale vlieghaven van Bali op 8 mei vertrokken we met de Taxi zuidwaarts naar Bingin. Volgebouwd met resorts maar toch de moeite waard en zeker om even tot rust te komen. We verbleven in een chick resort vlak aan de zee met een zwembad waar we geregeld eens insprongen om af te koelen. Echt zalig om te kunnen relaxen na die 2 dagen in de vlieghavens en vliegtuigen.
Bingin staat ook bekend als surfplek en was daardoor mee de reden om daar naartoe te gaan, maar al snel bleek dat de golven niet geschikt waren voor beginners. Golven tot 3 meter met op sommige plekken rotsen in het water is niet zo'n goed idee misschien, dus dat laten we maar voor een andere plek.
Na 3 dagen zon, zee, strand, zwembad en kijken naar de surfers hadden we het wel gehad en vertrokken we richting het drukke Kuta. De plek waar toeristen komen ontspannen aan de zee en gaan shoppen in de ontelbare winkeltjes. Voor die redenen gingen wij daar nu niet heen maar enkel voor een brommer te huren zodat we Bali zelf konden rond scooteren. Met een beetje comfort in het achterhoofd lieten we 1 rugzak achter in een hotel met alle overbodige spullen.
12 mei vertrokken we richting de bergen en de rijstterrassen in het dorp Jatiluwih. De rit erheen was al mooi maar eens we aankwamen werden we spontaan blij. Prachtige, volle en vooral felgroene rijstterrassen die bij zonsondergang dan nog eens extra mooi worden belicht door de paars oranje hemel. Het enige wat op zo'n momenten moet gebeuren is achterover gaan hangen iets drinken en vooral genieten van de moment. We konden natuurlijk niet heel de dag stilzitten dus zijn we ook door de rijstvelden en mooie dorpjes gelopen. Door de unieke bouwstijl is elk huis prachtig zelfs die van de minder bedeelden zijn voorzien van mooie tirlantijntjes en passen in het geheel. De meeste huisjes zijn dan zelfs nog voorzien van een kleine tempel waar ze dagelijks gaan bidden en offers brengen. Dit doen ze ter voorspoed van de zaken en de familie. Hierbij wordt dan traditionele kleding gedragen, wordt er wierrook aangestoken en worden er offerschaaltjes gelegd met bloemen, fruit en soms zelfs een sigaretje en koffie.
Bovenop de mooie architectuur worden de tuintjes mooi aangekleed met vanalle soorten bloemen en groen die keurig worden onderhouden. Om deze redenen lijken alle dorpen een beetje op historische sites.
De dag erop reden we verder de bergen in waar de temperaturen al heel wat aangenamer werden. We verbleven in een bungalow met een mooi zicht op de omgeving net buiten het dorp Munduk. De manager van de bungalows genaamd goodday hielp ons meteen met wat we allemaal konden doen in deze streek. Een heel vriendelijke man die zijn naam eer aandoet. Telkens we hem zagen was hij druk aan het werken maar steeds met een lach op zijn gezicht en klaar om ons te helpen of raad te geven. Het speciale hieraan is dan nog dat hij de hele boel daar op zen eentje in orde houd aan een loon van 50€/maand, welke de helft lager ligt dan een normale loon in Indonesië. Een voorbeeld om iets van te leren.
Aangeraden door Goodday bezochten we verscheidene watervallen in de omstreken. 1 voor 1 watervallen van formaat die met een serieuze kracht neerstortte.
Rond de namiddag overtrokken de bergen meestal in een dikke mist met regen tot gevolg. Daarvoor scholen wij dan op ons terrasje met een snackje en een drankje terwijl we een kaartje legden.
15 mei sprongen we terug op de scooter en reden we naar Kutuh beach in de hoop daar te kunnen gaan surfen. Spijtig genoeg was de zee hier nogal woest en dus niet geschikt om te gaan surfen. We vermaakten onszelf dan maar met wat zelf gemaakte strandspelletjes zoals petanque met stenen. Best nog wel een leuk daggetje eigenlijk.
Aangezien er voor ons niet meer veel te zoeken was hier reden we de volgende dag richting Lovina dat aan de kust aan de andere kant van Bali ligt. Lovina zelf is niet speciaal maar is wel een uitvalbasis om te gaan duiken in het eiland Menjangan. Dat zagen we beide wel zitten en schreven ons in om de volgende dag mee te gaan. Smorgens pasten we ons gerief aan de duikshop en vervolgens sprongen we in een busje dat ons naar de haven bracht. Daar ontmoete we onze dive master waarmee we in een bootje stapten om naar de duikplek te varen. We doken langs een muur bedekt met koraal tot een diepte van 18m. De muur zelf ging nog veel dieper maar met onze open water certificaat mogen we maar tot 18m duiken. Dat vinden wij ook niet erg aangezien de kleuren wegvallen hoe dieper je duikt en wij zien juist graag veel kleur. Een heel mooie duikplek waar we een paar mooie en ook grote vissen hebben gezien.
Smiddags gingen we aan land om te lunchen en we waren niet de enigen. 2 herten waren daar ook aan het lunchen maar dan wel van het afval dat er werd achtergelaten, ocharme de beestjes.
Na het eten en wat rust starte we onze 2de duik op een andere plek maar ook langs een muur. Ook hier zagen we speciale vissen zoals een lionfish. Hiervan heb ik spijtig genoeg geen goede foto kunnen trekken, nog zo'n mooi viske. Ook de kleuren en de vormen van het koraal zijn heel mooi, vooral die van de grote waaiers die eruit steken.
Het was dus een geslaagd daggetje geweest en zeker voor herhaling vatbaar.
18 mei reden we verder door naar mount Batur, een vulkaan die laatst uitbarstte in 1968. Best wel grappig eigenlijk dat we in een kleine 2u van de kust tot de bergen in het centrum van Bali kunnen rijden.
Ook hier hing er weer een prijskaartje om U tegen te zeggen aan het beklimmen van de vulkaan maar volgens onze gids was er een sluipweggetje aan de achterzijde waar je zelf de berg kon opklimmen. Het enige probleem was dat er op die plaats serieuze ontmijning bezig was van de vruchtbare vulkaangrond. Dit maakte dat er overal padjes liepen en we het juiste niet meer vonden. Uiteindelijk reden we maar een toertje rond de vulkaan zodat we ook alles zagen :).
Savonds aten we een lekker visje uit het meer in een warung aan het meer, heeel lekker maar best wel pikant met die Balinese saus. Met de eigenaar hadden we een leuk gesprek en kregen we nuttige informatie omtrent hanengevechten die de volgende dag zouden plaatsvinden. Dus daar gingen we dan ook eens kijken. Allemaal mannen in en rond een ring klaar om hun haan te laten vechten of geld in te zetten. Eigenlijk is het niet legaal maar ze kochten de politie simpelweg om om een oogje dicht te knijpen voor een som van €300. Een groot bedrag naar Indonesische standaard maar niets vergeleken met wat sommige mensen verdienen of verliezen met weddenschappen. Elke bewoner hier en bijna in heel Azië bezit wel 1 of meerdere hanen die ze uitmunten verzorgen om uiteindelijk mee te nemen naar de gevechten en een centje te verdienen. Wij wisten wel dat ze overal in Azië hanengevechten hielden maar nooit eerder zagen we er 1, maar maar goed ook misschien. Het is best wel zielig om de gevechten te zien. Eerst en vooral worden 2 haantjes gekozen die rijp zijn om te vechten, vervolgens worden ze voorzien van een vlijmscherp mesje dat ze vastbinden aan de linkerpoot. Zijn de beide hanen klaar en is al het geld ingezet dan begint het publiek iets te roepen wat we niet verstonden natuurlijk. Nadien worden de hanen tegenover elkaar gezet terwijl de baasjes ze vasthouden en ophitsen om het gevecht intenser te maken. Staan de pluimen op hun nek rechtop dan kan het gevecht beginnen en worden ze losgelaten. Gedurende een halve tot 2 minuten vechten de hanen dan tot er 1 dood neervalt of niet meer rechtop kan staan na een verwonding door het mesje aan hun poot. Bij 1 gevecht zag ik dat het bloed eruit liep bij de ene haan terwijl de andere waarvan de darmen uit het lijf hingen toch nog een genadeslag kon toebrengen zodat deze won. Ik ben blij dat ik deze oude traditie daar gezien heb maar dat hoeft voor mij toch niet meer, heel zielig voor die beesten.
De rest van de dag wandelden we rond het meer en naar een klein dorp dat vasthield aan oude Balinese tradities. De meest unieke traditie is hoe ze omgaan met overleden mensen. Deze worden niet begraven of verbrand maar op de grond gelegd in een open constructie van speciaal hout die de geur van verrotting verhelpt. De reden hiervoor is dat de beesten en natuur het lichaam dan terug kunnen opnemen. We komen van de natuur en geven ons ook terug, dat is de gedachtegang van die traditie. Een zuivere symboliek vind ik zelf.

Foto’s

1 Reactie

  1. Saria:
    21 mei 2014
    Eindelijk nog eens nieuws over jullie !!! Da was lang geleden ze! Ik zie er elke keer naar uit :-)
    Veel geld kwijt nu zeker !!! Euh hanegevecht vinnek ma niks sech ! Moest da er echt bij vn die darmen jaaa!! Kei erg :-(
    Hier alles ok ! Dennis zn feestje was top !!! Echt heel leuk was ff geleden. De 21ste juni gn we nog eens weg onder de meisjes alleen dus mich hou u ma vast voor de foto's :-D
    Xxxx